Prunus serrulata 'Kanzan'

Japanse sierkers

De Japanse sierkers (Prunus serrulata), in Vlaanderen Japanse kerselaar genoemd, komt van nature voor in het gebergte van West-China, in Korea, in Japan, op het eiland Izu Oshima, het eiland Honshu en in het noordwesten van het eiland Hokkaido. Er zijn zeer veel verschillende cultivars voor aanplant in tuinen, straten, parken en plantsoenen. De cultivars worden vegetatief vermeerderd op zaailingen van boskers of op de eveneens vegetatief vermeerderde onderstammen 'Colt' of MF 12/1.


Er zijn cultivars die een 6–8 m hoge boom vormen, maar er zijn er ook die alleen een 2–5 m hoge struik vormen. De bladeren zijn ongeveer 5 à 10 cm lang en hebben een genaalde of getande bladrand en een toegespitse top. Het jonge blad is bruinrood. Later krijgt de bovenzijde een groene en de onderzijde een blauwgroene kleur.


De boom of struik bloeit in Nederland eind april en begin mei met meestal gevulde bloemen. Er zijn echter ook cultivars met enkele en halfgevulde bloemen. Er ontstaan meestal geen vruchten. De Japanse sierkers vraagt een voedselrijke grond en veel vocht.



Ieder jaar, wanneer de Japanse sierkers in Japan gaat bloeien, wordt het Hanamifeest gevierd met picknicks tussen de bomen.

Bron: Wikipedia


Specificaties

Hoogte:

8 - 10 m

Kroon:

breed vaasvormig, later overhangend, halfopen kroon

Schors en takken:

gladde bruine stam, twijgen roodbruin

Blad:

elliptisch, bronsgroen uitlopend, later donkergroen, 7 - 12 cm

Herfstkleur:

geel, oranje

Bloemen:

in dichte trossen, zuiver roze, gevuld, eind april/begin mei

Vruchten:

zelden

Oorsprong:

China, ingevoerd in Engeland in 1913

Synoniemen:

Prunus s. ‘Kwanzan’, Prunus s. ‘New Red’, Prunus s. ‘Hizakura’ HORT

Bron: afbeelding en specificaties: Van den berk.

Meer informatie over deze boom, klik hier!